zondag 10 mei 2015

Opbrengsten praktijkgericht onderzoek







In mijn onderzoek stond de volgende onderzoeksvraag centraal:

In hoeverre draagt het modelleren van het voeren van een reflectieve dialoog bij aan een ervaren gevoel van ‘efficacy’ bij leerkrachten wanneer zij zelf een reflectieve dialoog voeren?

Naast de theoretische verdieping rondom dit onderwerp heeft dit praktijkgerichte onderzoek me het besef opgeleverd dat het heel belangrijk is om je oordeel uit te stellen, echt te luisteren, goed door te vragen, gericht te zijn op de ander en dat er een tijd en een plek mag zijn om feedback te geven. Dit inzicht zorgt ervoor dat ik het eigenaarschap beter bij de (oorspronkelijke) eigenaar kan laten, diegene in zijn/haar kracht kan laten, omdat ik het vertrouwen uit kan stralen dat degene het 'probleem' zelf op kan lossen en dat er geen sprake is van goed of fout (oordelen). Ik heb meer en betere communicatieve vaardigheden ontwikkeld, vraag vaker door en ben meer gericht op het achterhalen van achterliggende overtuigingen en waarden en normen van waaruit mensen (re)ageren, waardoor er over en weer meer begrip is voor elkaar en er langzamerhand een gemeenschappelijk denkkader ontstaat. Het met elkaar in verbinding brengen van 'het weten en het niet weten' (Schön, 1983) en HOE bepaalde zaken worden geïnterpreteerd zijn hierbij belangrijk.

Zowel in teamvergaderingen als in bovenschoolse overleggen ga ik steeds op zoek naar het bespreken of duidelijk krijgen van een gemeenschappelijk gedragen visie en gedeelde opvattingen zodat beslissingen over leren en onderwijzen hiervan afgeleid kunnen worden, Verbiest en Timmerman (2004). Samen op weg door het voeren van de dialoog is ook een enorme winst die we op bovenschools niveau geboekt hebben, ondanks het feit dat op beide niveaus sommigen het voeren van de (reflectieve) dialoog niet effectief vinden, omdat het veel tijd kost. Bij de gesprekken rondom de invoering van de nieuwe CAO zet ik bewust in op het creëren van overlegmomenten, zodat leerkrachten fysiek en mentaal de mogelijkheid te krijgen om met elkaar samen te werken en te leren (Verbiest & Timmerman 2004)en dus ook de reflectieve dialoog aan te gaan. Dit laatste geldt ook voor het MT. Hierbij tasten we steeds af of we elkaar begrijpen, of we het over hetzelfde hebben, waardoor we ook op team-bovenschools niveau begrip voor elkaar en hetzelfde denkkader ontwikkelen.  Hierbij doen we steeds vaker een beroep op dat waar de individuele deelnemer goed in is, waardoor zijn/haar kwaliteiten worden bekrachtigd en benut, wat het gevoel van efficacy weer positief beïnvloedt.

Gaandeweg ben ik verder tot het inzicht gekomen dat verschillende lagen in een organisatie voor ruis in de communicatie kan zorgen. Er wordt veel gebruik gemaakt van containerbegrippen en deze worden niet altijd hetzelfde geïnterpreteerd, waardoor verwachtingen over en weer verschillen. Hetzelfde geldt voor de verspreiding van effectieve praktijken/ontwikkeling. Dit vindt summier plaats op bovenschools niveau, maar het bestuur wordt hierin niet of nauwelijks meegenomen. Hier is zeker nog winst te behalen.
 
 
 
 
 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten