Het doel van deelnemen aan een kennis dialoog is volgens mij het vergroten van kennis door deze te delen. In de eerste kennisdialoog, die ik mocht organiseren met mijn leerteam, zijn we vooral uitgegaan van de reeds aanwezige kennis van eenieder. Vertrouwend op de professionaliteit van alle deelnemers hebben we in een zo open, ruime en vrije setting mensen proberen te enthousiasmeren en stimuleren om in gesprek te gaan over zelfregulerend onderwijs en divergent denken. In ons leerteam hebben we lang stilgestaan bij de werkvorm, het wel/niet vooraf geven van de artikelen en de mate van sturing. Uiteindelijk resulteerde dit in een werkvorm die startte met een stelling waarover medestudenten een mening mochten vormen, welke weer resulteerde in nieuwe stellingen, waarover men weer in gesprek ging. Mijn indruk van dat wat werd opgeschreven was dat er verschillen zijn in de visie op onderwijs in het algemeen en zelfregulerend onderwijs in het bijzonder. Eén van de conclusies die ik heb getrokken is dat we bezig zijn met 'hoe' en 'wat' kinderen willen/moeten leren.
De laatste kennisdialoog over Inclusief Onderwijs was meer geleid. Na het, voorafgaand aan de bijeenkomst bestuderen van 4 artikelen die allen pro-inclusief onderwijs waren en een presentatie van een inclusief-onderwijs-aanhanger, mochten we in gesprek over een aantal stellingen, waarna we een keuze moesten maken of we voor of tegen een stelling waren. Opvallend vond ik de eensgezindheid. En ik trek de conclusie dat we allemaal wel achter inclusief onderwijs staan.
Eén ding vond ik heel opmerkelijk.........................................................................................................
We diskwalificeren allemaal ons personeel. Op de stelling of we onze leerkrachten toegerust vinden om inclusief onderwijs vorm te geven antwoordden we allemaal: "Nee" en een groot deel van de deelnemers diskwalificeren het onderwijssysteem; er werd immers gepleit voor het opheffen van ons onderwijssysteem. Wat maakt dat wij onze leerkrachten (willen) behandelen als professionals, dat we kinderen een grote mate van zelfsturing toedichten, dat we als leidinggevenden achter inclusief onderwijs staan en dat we vervolgens zeggen: "Maar onze leerkrachten kunnen dat niet vormgeven en het onderwijssysteem deugt niet."
Eén ding vraag ik me af.........................................................................................................................
Wat maakt dat we in de eerste kennisdialoog soms lijnrecht tegenover elkaar staan en in de laatste zo eensgezind zijn? Is dat de werkvorm, de ruimte tegenover de sturing, het onderwerp, het vooraf of achteraf delen van de artikelen, de keuze van de artikelen?
Mijn voorkeur ligt bij een meer geleide dialoog, maar ik heb ervaren dat de opbrengst niet per definitie hoger of lager, niet beter of slechter hoeft te zijn dan een open, ruime, vrije opzet.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten