Er zijn verschillende
concepten met betrekking tot leiderschap. In dit blog vergelijk ik er een
aantal en probeer ik trends en patronen te herkennen.
Inspirerend leiderschap:
Als inspirerende leider ben je meer dan ‘alleen’ een goede manager. Je weet
menselijke kwaliteiten als betrokkenheid en respect in jezelf aan te boren en
aan jouw medewerkers over te brengen. Medewerkers worden uitgedaagd om zichzelf
te zijn, met al hun kwaliteiten. Ook de teamgeest komt tot ontwikkeling. Het
resultaat is meer committent, creativiteit en plezier in het werk.
Persoonlijk leiderschap vraagt van mensen dat zij
naar binnen keren en vanuit hun eigen kracht de verbinding met hun omgeving
aangaan.
Emotioneel
Leiderschap
is afgeleid van emotionele intelligentie wat staat voor het vanuit eigen kracht
intelligent omgaan met eigen en andermans emoties. Een voorwaarde daarvoor is
dat men in staat is om emoties in zichzelf en bij anderen te herkennen en in
staat is daarop te acteren, deze te managen.
Gedeeld leiderschap, gedefinieerd als “een
dynamisch en interactief beïnvloedingsproces tussen individuen in groepen,
waarbij het doel is elkaar te leiden naar het bereiken van individuele en/of
gemeenschappelijke doelen. Dit proces houdt vaak laterale, opwaartse en
neerwaartse hiërarchische invloed in” (Pearce & Conger, 2003, p.1). Leiderschap wordt een
gemeenschappelijk proces van zingeving. De focus verschuift van het individu
naar leiderschap als proces met gedeelde verantwoordelijkheid van alle
teamleden. Ieder neemt de functie op die het best bij hem of haar past.
Persoonlijke dominantie en interpersoonlijke invloed zijn wel nog aanwezig, maar
vormen slechts een onderdeel van het leiderschapsproces. Deze vorm van
leiderschap wordt gekenmerkt door de volgende drie principes (Drath, 2001):
1 Leiderschap
is de eigendom van een sociaal systeem.
2 Leiderschap
is geen eigenschap van individuen, maar vindt plaats wanneer mensen deelnemen aan
een proces van gezamenlijk denken en gezamenlijk acties ondernemen.
3 Wanneer
er een individuele leider is, dan zijn zijn/haar acties een onderdeel van de
participatie in het leiderschapsproces.
Bas Blekkingh (2005). "Bij authentiek leiderschap
gaat het om het ontdekken en naleven van je eigen missie." Verwar een
missie niet met uw ego. "Dat is een intentieverschil: bij het ego ben je
vooral bezig met hoe je op de omgeving overkomt en wilt komen, terwijl je bij
authenticiteit bezig bent met wat je aan de mensen in je omgeving kunt
bijdragen om hun naar een hoger plan te trekken. Volgens Bas Blekking gaat het
bij authentiek leiderschap om het zien van jezelf vanuit de zeven schillen -
gebaseerd op de logische denkniveaus van Bateson (1972) - die bij elk individu
horen. Waar het om gaat is om je gedrag te laten bepalen van binnen naar buiten
(groene pijl):
Het ethisch
leiderschap model toont zeven gedragscomponenten,die tezamen ethisch
leiderschap beslaan. Vanuit de
gedragsbenadering van ethiek wordt ethisch leiderschap beschreven als normatief
juist gedrag, wat bestaat uit eerlijkheid, betrouwbaarheid, oprechtheid en
zorgzaamheid. Ethische leiders nemen eerlijke beslissingen, behandelen anderen
met respect en zorgzaamheid, houden rekening met anderen als ze een beslissing
nemen en betrekken werknemers in het nemen van beslissingen die hen treffen.
Transformationele leiders beïnvloeden hun ondergeschikten op verschillende
manieren. Door het geven van het goede voorbeeld, het intellectueel stimuleren
van de volgelingen, het bouwen van een groepsgevoel, de inspirerende
uiteenzetting van een toekomstvisie en het echt inleven in de diegenen die
worden aangestuurd worden ondergeschikten gemotiveerd. Door de invloed van de
transformationele leider worden volgelingen als het ware getransformeerd wat
geuit wordt in een toename van het zelfvertrouwen, groepsgevoel en binding aan
de leider en de organisatie. Transformationeel leiderschap wordt over het
algemeen beschouwd als het meest succesvolle type leiderschap, dat volgelingen
stimuleert boven verwachtingen te laten presteren.
De transactionele leider richt zich op de taak die uitgevoerd dient te worden.
Een transactionele leider maakt duidelijk inzichtelijk hoe de taak tot een goed
einde moet worden gebracht, geeft aan welke hulpbronnen en middelen ingezet
worden en zal communiceren welke beloning tegenover de verwachte geleverde
prestatie staat. Daarnaast zal de transactionele leider er voor zorg dragen dat
de organisatie condities optimaal zijn, opdat de volgelingen de taak succesvol
tot uitvoer kunnen brengen. De transactionele leider houdt de uitvoer van de
taak nauwgezet in de gaten, en grijpt in voordat het dreigt fout te gaan.
Charismatisch leiderschap is leiderschap
dat is gebaseerd op de persoonlijke kwaliteiten van de leider en de erkenning
daarvan door de volgelingen. Affectieve binding tussen
de leider en de volgelingen is daarbij cruciaal. Charismatische
leiderschapsgedrag is onder meer gericht op het creëren van een gedeelde visie
op de toekomst. Dit kan worden gerealiseerd door individuele aandacht, hetgeen
inhoudt het geven van feedback en het coachen van medewerkers. Medewerkers
zullen de ambitieuze doelen nastreven, wanneer een manager laat zien dat hij in
hen gelooft.Het
is één van de drie vormen van leiderschap volgens de socioloog
Max Weber. De twee andere vormen van
leiderschap zijn, volgens Weber, traditioneel leiderschap dat gebaseerd is
op afkomst van de leider en rationeel-legaal leiderschap
dat is gebaseerd op de positie die de leider bekleedt.
Coachend Leiderschap: het talent
om de prestaties en het leervermogen van de medewerkers te
verbeteren. Niet door instructies of opdrachten maar door in tweegesprekken
talenten en ideeën van de ander boven water te brengen. De basis van coaching
is dat inzichten en resultaten tot stand komen door dynamische interactie. Feedback is een belangrijk onderdeel van
coaching, evenals het stellen van de juiste vragen en het motiveren van de gecoachte persoon.
Verbindend leiderschap: De
essentie van leiderschap is mensen en zaken in beweging brengen en houden. Bij
verbindend leiderschap gaat het er om mensen intrinsiek, van binnenuit, te
motiveren een bijdrage te leveren aan iets dat de individuele belangen
ontstijgt. Aan iets dat verder gaat. En dat doe je niet door aan de buitenkant
regels op te leggen of controle uit te oefenen. De basis van verbindend
leiderschap is authenticiteit,
samenhang en wisselwerking. Je werkt veel meer met de onderstroom, zoals
de impliciete kennis en ervaring, drijfveren en beleving. Zorgen dat de mensen
waarmee je werkt samen een bijdrage leveren aan het grotere geheel. Verbindend
leiderschap is energie
losmaken, richten en bundelen door wisselwerking en inspiratie.
Situationeel leiderschap: De kern van het model van situationeel leiderschap is dat de
leidinggevende per taak bekijkt hoe men een medewerker het meest effectief kan
aansturen. De leiderschapsstijl dus situationeel bepaald, afhankelijk van het
ontwikkelingsniveau dat een medewerker voor een bepaalde taak heeft. De
hoofdlijnen zijn eenvoudig: een ervaren medewerker (skill) heeft geen
taakgerichte aansturing nodig, een gemotiveerde medewerker (will) geen
nadrukkelijk mensgerichte aansturing. In termen van Hersey en Blanchard is dus
de stijl Leiden (S1) effectief wanneer de medewerker beschikt over een lage
competentie en een hoge betrokkenheid. Begeleiden (S2) werkt het best bij
medewerkers met een lage tot enige competentie en een lage betrokkenheid.
Steunen (S3) is effectief bij medewerkers met een gemiddeld tot hoge
competentie maar met wisselende betrokkenheid, terwijl delegeren (S4) het best
werkt bij professionals die zowel competent als betrokken zijn.
‘Een dienend-leider stelt de belangen van anderen
op de eerste plaats, heeft de wijsheid om te zien wat nodig is, de capaciteiten
om daar iets mee te doen en de moed om daarnaar te handelen.’ (2012). Een
dienend-leider vindt de ontwikkeling van de mensen om hem heen het
belangrijkst. Op basis hiervan stelt hij doelen en maakt hij beslissingen. Dit
is de grootste onderscheidende factor van dienend-leiders, ongeacht hun titels,
rollen of posities (Nuijten, 2011).
Effectief leiderschap: Covey leert in De zeven
eigenschappen hoe we de kwaliteit van ons werkende leven, privéleven en
gezinsleven kunnen veranderen aan de hand van zeven eigenschappen.
Hieronder staan de 7 eigenschappen in schema. Covey verdeelt ze in twee
groepen:
Overwinningen op jezelf: Eigenschap 1, 2 en 3.
Overwinningen met de omgeving: Eigenschap 4, 5 en 6.
Voor alle concepten
geldt dat Leiderschap gezien wordt als een proces waarbij een individu in een
groep of organisatie anderen bewust beïnvloedt om een bepaald doel te bereiken.
In de manier waarop zitten de verschillen tussen de diverse concepten.
Was leiderschap
vroeger vooral hiërarchisch en bepaald door afkomst, tegenwoordig is de trend
dat de leider zich meer verbind met de volgelingen, deze zelfs dient. Het
talent en de beleving van de mens/ de medewerker staat meer centraal.
Een andere trend
is dat er in tegenstelling tot vroeger meer sprake is van gedeeld leiderschap.
Ook wordt er meer ‘gedifferentieerd’; er is geen sprake meer van eenduidig
leidinggeven.
Het lijkt dat de
verschillende leiderschapsstijlen synchroon lopen met de verkregen inzichten op
gebied van leren (zie mindmap). Zo werd er ingezet op interactie en wordt er
ingezet op verbinden.